Sunday 18 February 2007

Mijn eerste zeereis

Na wekenlang in die sombere donkere dagen te hebben gezeten zonder zon, spierwitte sneeuw en staalblauwe lucht (iets dat ik heb gemist deze winter), was ik blij dat ik vanmorgen weer een beetje op gang kon komen. Bij het wakker worden kun je nu duidelijk zien, dat de dagen al flink langer worden en dat geeft mij in ieder geval meer energie. Ik houd van licht en warmte, maar vooral van licht, dus kijk ik alweer uit naar het voorjaar. En blijkbaar denken veel meer mensen daar net zo over en verlangen we met zijn allen naar het mooie voorjaarsweer, die winter wordt toch niets meer.

Onderweg met de mijn hond, kwam ik weer een aantal bekenden tegen. En als je elkaar een paar weken niet hebt ontmoet dan wordt er vanzelsprekend het een en ander bijgepraat. Zo kwam er vanmorgen een gesprek op gang over Zweden. De mensen die ik sprak zijn erg goed bekend met het land, spreken de taal en gaan er regelmatig naartoe. Dit gesprek werd de aanleiding bij mij om herinneringen terug te halen uit lang vervlogen tijden.



Lang geleden , ik was vijftien jaar oud (1953), monsterde ik voor het eerst van mijn leven aan op een Coaster met de klinkende naam "Prudentia". Mijn hemel, ik wist echt niet wat die naam betekende, maar ik zag wel dat het een erg klein schip was. 120 BRT (Bruto Register Ton), dus eigenlijk een drijvende klomp met één mast. De bemanning bestond in totaal uit vier mannen, mijzelf inbegrepen, nou ja mannen?.... Een kaptiein van middelbare leeftijd, een matroos/stuurman van ongeveer 24, de kok/lichtmatroos L., een knul van een jaar of 16 en ik natuurlijk, de jongste, de lichtmatroos. Dus samengevat, een jonge bemanning. Ik weet nog goed hoe L. en ik zijn afgereisd van het plaatsje Dieren in Gelderland naar de havenstad Delfzijl in het uiterste Noorden van Groningen. Het was bijna middernacht toen L. en ik aankwamen bij de haven in Delfzijl en wij samen op zoek gingen naar "ons Schip". Vermoeid slenterden we langs de kade, maar zagen geen "Prudentia". Wat we verkeerd deden was, dat we naar die grote zeeschepen keken, maar die hadden allemaal andere namen. Tot ik eens vanaf de kade naar beneden keek, daar lag een klein grijs bootje ergens in de diepte... En warempel! Op de boeg stond heel duideliijk "Prudentia"! Enerzijds waren we blij dat we het scheepje eindelijk hadden gevonden, maar tevens was de teleurstelling vast van onze gezichten te lezen. Wat een onooglijk scheepje was dit, maar ja, wat moesten we? We gingen aan boord en werden door de kapitein ontvangen met grote bekers warme koffie en wat te eten.

Onze slaapplaatsen werden aangewezen en daar was ik nou ook niet helemaal blij mee. De kapitein bracht ons naar het voorste deel van het schip, waar een kleine opbouw was waar je achterstevoren doorheen moest om je te laten afzakken naar beneden. Daar aangekomen, stonden we tussen bergen touw en ondefinieerbaar gereedschap. Het stonk er als in de hel naar touw, verf en teer en tussen al die rommel moesten we een plekje vinden dat als "kooi" moest worden aangemerkt. We waren doodmoe en accepteerden alles wat we konden krijgen om maar een beetje nachtrust te krijgen. De rest kwam de volgende dag wel. Welterusten L.
Dit was onze eerste kennismaking met ons eerste zeeschip de "Prudentia".


Prudentia, Justitia, Temperantia en Fortitudo zijn de vier kardinale Deugden. Als ik mij even beperk tot Prudentia, dan staat zij voor verstandigheid, levenswijsheid, zedelijk beleid en voorzichtigheid.

De volgende morgen werden we meteen vroeg gewekt, want het scheepje zou leeg vertrekken naar Zweden. Bestemming Kristinehamn waar we een lading hout zouden halen die bij terugkomst in de Amsterdamse Houthaven zou worden afgeleverd. De motor werd gestart en we kregen opdracht om de trossen los te gooien. Goeie genade, het klinkt als uit een boek! Met stevig geronk en gedreun trok de scheepsschroef ons weg van de wallekant en we stevenden rokend en dreunend de haven uit op weg naar open zee. Jongens wat was het spannend. Voor het eerst van mijn leven zou ik in een ander land komen. Mensen tegenkomen die een andere taal spraken, maar vooral was ik volwassen geworden. Ik was nu "Zeeman" en ik was er trots op, jarenlang!


Het was rustig en mooi weer, dus het scheepje voer statig door de haven en lag er stabiel bij toen we de havenmond verlieten en op het open water van de Eems kwamen. Buiten de haven begon het kleine lege scheepje al een beetje te deinen op de bewegingen van het bijna open water tussen Duitsland en Nederland. Maar niets aan de hand hoor. Er werden wachtdiensten uitgezet en ik werd geconfronteerd met kreten als
"Dagwacht" van 04:00 tot 08:00,
"Voormiddagwacht" van 08:00 tot 12:00,
"Namiddagwacht" van 12:00 tot 16:00,
"Platvoetwacht" van 16:00 tot 20:00
Deze ben ik in de loop der jaren vergeten en de
"Hondenwacht" van 00:00 to 04:00
Hetgeen inhield dat ik de komende dagen als roerganger dienst moest doen. In het begin was dat spannend maar als je telkens na 3 1/2 uur slaap weer uit je kooi wordt getrommeld, dan is dat een vermoeiend baantje, zeker als je overdag ook nog moest "doorhalen", hetgeen betekende dat je niet kon gaan slapen, maar gewoon aan dek moest werken. Maar dit terzijde.

Buitengaats, op open zee gekomen, werd de deining heviger. Het lege scheepje zwiepte van links naar rechts, omhoog en omlaag. Het zee
mansgevoel maakte plaats voor een misselijk gevoel en ik besefte, dat ik zeeziek was geworden. Blijkbaar was ik de enige, of ik was te beroerd om te zien dat er nog meer lotgenoten waren. Maar de stuurman en de kapitein dronken hun geurende koffie en aten gebakken eieren met spek. En mijn maatje de kok maakte al dit lekkers klaar op zijn fornuisje, maar door die geuren hing ik achter op het schip over de railing om wat ik in mijn maag had er met forse kokhalsbewegingen uit te zwiepen. Dat ging maar door tot we eindelijk weer binnen bereik van land kwamen. We voeren een kleine 100 kilometer door het Kielerkanaal en kwamen aan de andere kant weer op de het Skagerrak uit in de richting Göteborg. Daar de haven in, een rivier opvaren tot aan sluizen, tot daar waar je het grootste hoogteverschil van Europa wordt opgetild, tot het scheepje uiteindelijk in dat grote Vänernmeer terecht kwam. Daar konden we gewoon doorvaren tot de haven van Kristinehamn. In die tijd heb ik het als een echt avontuur ervaren en zoals je ziet ben ik die ervaringen nooit vergeten. Natuurlijk kan ik nog veel meer vertellen over dat reisje, maar dan wordt mijn verhaaltje wel heel erg lang. En ik krijg stijve vingers van het typen.



Wat nou zo leuk is van zo'n ontmoeting tussen mensen die een gemeenschappelijke interesse hebben, bijvoorbeeld voor honden en een gedeelde belangstelling voor een land. Als zij daar een gesprek over beginnen, herinneringen oproepen, zoeken naar bewaard gebleven foto's of kaarten, en daar dan een heel verhaal uit destilleren om aan iedereen te laten lezen.

Onderstaande twee kaarten heb ik vanuit Kristinehamn in 1953 vertuurd naar mijn ouders. Mijn Moeder heeft veel kaarten bewaard, die ik in die tijd naar huis stuurde. Na haar overlijden vond ik ze terug in een halfverteerde enveloppe, weggestopt in een kartonnen sigarendoosje. Als je dat na zoveel jaren terugvind, dan voel je toch een brok in je keel opkomen als je aan die tijd terugdenkt.



Hier is een Link naar een Webcam in Kristinehamn waar je Live beelden ziet van wat eens een stadje was, maar nu een stad genoemd kan worden. Wat een verschil voor mij.




1 comment:

  1. What an interesting story! I would love to hear more about your adventures aboard the Prudentia.

    ReplyDelete