Tuesday 20 February 2007

Haven van Kristinehamn


Ellen heeft mij gevraagd om het verhaal over mijn eerste zeereis nog iets uit te breiden. Nou, daar gaan we dan, want ik vind het zelf eigenlijk ook wel grappig om die oude herinneringen terug te roepen en vast te leggen in mijn blog.

Nadat we hadden aangelegd in de haven van Kristinehamn, werden we direct bezocht door een paar stevige kerels die kennelijk wisten met wie zij te doen hadden. De kapitein ontving ze tenminste heel joviaal en ik wist echt niet wat er tussen dat drietal werd gesproken. Ik verstond en sprak alleen Hollands. Of ze dus Engels of Zweeds met elkaar spraken dat kan ik me niet meer herinneren.

Op een gegeven ogenblik ging de kapitein via het stuurhuis naar zijn slaaphut en die twee grote kerels gingen achter hem aan. Even later kwamen ze weer tevoorschijn met een enorme mandfles tussen zich in die voorzichtig aan dek werd gezet. Daarna ging het stel nog een keer naar binnen en kwamen met zo'n zelfde gevaarte terug die naast de andere werd gezet. Even later werden de twee mandflessen aan wal gebracht en in een soort bestelauto geladen, daarna reden beide mannen weg, de kapitein grinnekend achterlatend. De kapitein was zichtbaar opgetogen en moest zijn plezier met ons delen. Hij legde gniffelend aan ons uit dat hij een leuke deal had gemaakt want die twee mandflessen zaten vol met Hollandese jenever. En in die tijd was 1 liter jenever goud waard in Zweden. Dus twee van die grote mandflessen was denk ik samen ongeveer 100 liter. Die ouwe vent was zo brutaal als de duvel. Zijn reisje naar Zweden had hij al verdiend, de smokkelaar.

Het laden van het hout in het scheepsruim en aan dek, duurde onwaarschijnlijk lang. Ik meen mij te herinneren dat we daar ongeveer een week lagen voordat alles aan boord was geladen en vastgesnoerd. We hebben dus voldoende tijd gehad om door Kristinehamn te lopen en wat doe je op de leeftijd van 15 jaar... Ja hoor, je gaat voor het eerst passagieren en je kijkt je ogen uit naar al die mooie blonde Zweedse meisjes. Maar ik was nog te bleu om verder te gaan dan wat verlegen kijken en wist ook niet wat ik moest zeggen. Maar wat waren het mooie, giegelende, onverstaanbare wezens. Volgens mij kwamen ze van Venus.

Nadat alles was vastgesjord, werd het tijd om de terugreis te beginnen. We gingen dezelfde route terug over het Vänernmeer, de rivier af en de sluizen door, op weg naar Göteborg. Daar verlieten we de haven zonder oponthoud en gingen langs de Zweedse en Deense kust weer richting Kielerkanaal om weer op de Noordzee uit te komen.



Geleidelijk aan sloeg het weer om en kwamen we in echt slecht weer terecht. Het was ook meteen de eerste storm die ik meemaakte op zee. Het scheepje was nu afgeladen en volgestouwd met houten planken en op dek ook nog een flinke lading hout. Vele uren later en in het stikkedonker voeren we naar de Hollandse kust. Het schip stampte tegen de golven in en we werden telkens omhoog geslingerd en dan zag je de boeg daarna naar beneden duiken, zich diep in die aanstormende golven borend. Moeizaam, trillend en schuddend kwam de boeg weer uit die enorme kolkende massa tevoorschijn. En mensen nog aan toe, wat was ik zeeziek!

Ter hoogte van West-Terschelling werd ik toch echt wel bang, want het kostte steeds meer moeite om het schip op koers te houden en het zou niet de eerste keer zijn dat er een schip kon stranden op Terschelling. Het werd nog spannender toen de kapitein begon met vuurpijlen af te steken, we verkeerden dus echt in nood! De jonge stuurman bediende de scheepsradio in het stuurhuis en zond SOS berichten uit. Op beide noodsignalen werd niet gereageerd. De vuurpijlen werden niet gezien en de radio-oproepen werden niet beantwoord. Het waren spannende uurtjes en we zaten met zijn vieren in het stuurhuis en losten elkaar af als roerganger. Eindelijk zagen we kans om tussen West-Terschelling en Vlieland door te varen de Waddenzee op om via de vaargeul Harlingen te bereiken.




Doodmoe kwamen we uiteindelijk, na 3 weken onderweg te zijn geweest, in Harlingen aan en toen zijn we eerst gaan slapen, slapen en nog eens slapen.... Het eerste wat ik deed toen ik wakker werd was naar de kapitein stappen en ik zei tegen hem dat ik ging afmonsteren, ik had even genoeg gevaren. Op dit korte reisje had ik al mijn jongensdromen over varen allemaal waarheid zien worden, maar die storm er overheen vond ik even genoeg en wilde zo gauw mogelijk weg van dat kleine bootje. Eerst wilde de kapitein mij niet laten gaan en dreigde mij mijn gage niet te zullen uitbetalen. Toen ik zei dat het me geen sikkepit kon schelen, betaalde hij mij toch uit, gaf mijn monsterboekje terug en wenste mij het beste en ik wenste hem hetzelfde toe. Adieu kapitein van de "Prudentia"! Ik ben liftend van Harlingen naar Den Helder gereisd waar ik door mijn oom en tante hartelijk werd ontvangen met een lekkere maaltijd, drinken en een warm bed.

3 comments:

  1. After a frightening experience like that, I bet you were relieved when your feet hit solid ground! Great story.

    ReplyDelete
  2. I really wish I could speak Dutch so I could fully grasp your writing. I can tell that you are a great story teller. I'm sure glad you came out of that in one piece!

    ReplyDelete
  3. Zo, nou hoor je het eens van een ander! (...great story teller)

    Leuk hoor, dat we die verhalen hier kunnen lezen en: nog eens teruglezen.

    Schrijf maar lekker meer op, het wordt gewaardeerd!

    Lfs,
    Marianne

    ReplyDelete